Dvořák Antonín Leopold

International reputation

  • Dvořák entered the Austrian Prize competition again in 1877, submitting his Moravian Duets and other music, possibly his Piano Concerto. He did not learn the outcome until December. Then, he received a personal letter from the music critic Eduard Hanslick, who had also been on the juries awarding the prizes. The letter not only notified Dvořák that he had again won the prize, but made known to him for the first time that Brahms and Hanslick had been on the jury. The letter conveyed an offer of friendly assistance of the two in making Dvořák’s music known outside his Czech motherland. Within the month December 1877, Dvořák wrote his String Quartet No. 9 in D minor and dedicated it to Brahms. Both Brahms and Hanslick had been much impressed by the Moravian Duets, and Brahms recommended them to his publisher, Simrock, who published them with success. Having in mind Brahms’s well-received Hungarian Dances, Simrock commissioned Dvořák to write something of the same nature. Dvořák submitted his Slavonic Dances, Op. 46 in 1878, at first for piano four hands, but when requested by Simrock, also in an orchestral version. These were an immediate and great success. On 15 December 1878, the leading music critic Louis Ehlert published a review of the Moravian Duets and Slavonic Dances in the Berlin “Nationalzeitung”, saying that the “Dances” would make their way “round the world” and “a heavenly naturalness flows through this music”. “There was a run on the German music shops for the dances and duets of this hitherto… unknown composer.” The dances were played in 1879 in concerts in France, England, and the United States. Later Simrock requested further Slavonic Dances, which Dvořák supplied in his Op. 72, 1886 https://en.wikipedia.org/wiki/Anton%C3%ADn_Dvo%C5%99%C3%A1k

Over Antonín Dvořák

  • Antonín Dvořák (Tsjechië, 1841-1904)
  • Beroemde werken: Symfonie nr. 9 ‘Uit de nieuwe wereld’, Stabat Mater, ‘Dumky’ Trio
  • Lievelingsdier: de duif. Dvořák hield duiven in zijn zomerhuisje te Vysoka. Na een concertreis in Engeland werden hem door het koninklijk huis twaalf Britse rasduiven toegezonden. Het dier kreeg een muzikale rol in het symfonisch gedicht De woudduif.
  • Hobby: treinen kijken. In Amerika kwam daar een liefhebberij voor stoomboten bij; Dvořák deed bezichtigingen van elk schip dat hij tegen kwam. In 1943 noemde de Amerikaanse marine een stoomschip naar hem.
  • Bijnaam: In Amerika noemden velen hem ‘Old Borax’ of ‘Doc Borax’ – makkelijker uit te spreken dan Dvořák.

‘Volksmuziek is als een zeldzame, beeldschone bloem die groeit tussen oprukkend onkruid.’ Antonín Dvořák, op dat moment woonachtig in New York, schreef dit over de Amerikaanse muziek waar in zijn tijd nog geen aandacht voor was: die van de kleurlingen en ‘native Americans’. Maar zijn uitspraak had ook over andere ‘muziek van de mensen’ kunnen gaan. Als geen ander sloeg Dvořák een brug tussen muzikale werelden. Afkomstig uit de Bohemen liet hij lokale invloeden gelijkwaardig samengaan met de Westerse symfonische traditie. Zo opende hij in Oost en West de oren.

Daar was trouwens wel een zetje voor nodig, dat werd gegeven door Johannes Brahms. Hij zorgde er als een ware ambassadeur van Dvořáks werken voor dat die voet aan de grond kreeg in Wenen, en vandaaruit in andere landen. Uiteindelijk werd hij directeur van het conservatorium te New York, een baan die hij combineerde met het dirigeren en het schrijven van nieuw werk. Onder meer Columbian Te Deum en het Twaalfde strijkkwartet ontstonden in de Verenigde Staten.

‘Ik kwam niet naar Amerika om Beethoven of Wagner te interpreteren,’ zei Dvořák, ‘maar om te ontdekken wat jonge Amerikanen in zich hebben. En ze te helpen dat naar buiten te brengen.’ En dus gaf hij niet alleen les aan bevoorrechte studenten, maar repeteerde ook met zwarte koren. In het door Tsjechische immigranten bewoonde stadje Spillville hervond hij de muziek die hij ver van huis zo miste. En daarmee de misschien wel meest Boheemse versie van zichzelf. In zijn meesterstuk, de Negende symfonie ‘Uit de nieuwe wereld’, klinkt zijn verlangen naar thuis door alle maten heen.

https://www.concertgebouw.nl/ontdek/over-antonin-dvorak

Dvorák: Romance in F Minor, Op. 11, B. 39 · Anne-Sophie Mutter · Berliner Philharmoniker · Manfred Honeck
Dvorak “Violin Concerto” Maria Neuss/Willem Mengelberg
Dvořák – Violin concerto – Oistrakh / Kondrashin
Joshua Bell – Dvorak – Violin Concerto in A minor
Antonín Dvořák – Symphony No. 9 (Mariss Jansons, Bavarian Radio Symphony Orchestra) [60fps]
Augustin Hadelich – Dvořák: “Songs My Mother Taught Me” (with Charles Owen)
Dvořák Symphony No.9 Václav Smetáček 1974
Dvořák – Symphony No 7 in D minor, Op 70 – Bělohlávek

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *