In de rubriek Bijna vergeten is er vandaag aandacht voor de roman de “Bomen” van A. Alberts. Bewonderd door velen, maar gelezen door slechts weinigen. Uitgever Das Mag betreurt dat en komt met een fonkelnieuwe uitgave van dit boek en hoopt een nieuwe groep fans voor “De bomen” aan te boren.
https://www.nporadio4.nl/fragmenten/opium/daf8f6ac-5c57-4181-b6ed-a37e51881bd5/2022-05-27-bijna-vergeten-a-alberts-de-bomen
A. Alberts & H.J. Friedericy, schrijvers
De familie Alberts in Haarlem en daarna
Gezin
Albert Alberts was een zoon van Jappe Alberts (Rotterdam 18 oktober 1870 – Apeldoorn 19 februari 1925) en Jetske de Boer (Hindeloopen 24 april 1872 – Zeist 24 juni 1962). Jappe Alberts was gezagvoerder bij de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’. Het gezin Alberts telde vijf kinderen, vier zonen en een dochter:
- Wiebe (Amsterdam 25 augustus 1900 – Voorst 14 april 1987).
- Jan Jacob (Haarlem 19 november 1905 – Bosch en Duin/Bilthoven 22 april 1992)
- Henriëtte (Jet of Jettie) Liets Barbara (Haarlem 8 juli 1909 – Bosch en Duin/Bilthoven 6 april 1998)
- Albert
- Karel (Haarlem 16 augustus 1916 – Bosch en Duin 19 juni 1994)
Hun voorouders kwamen uit Hindeloopen. De vader van Jappe Alberts was Wiebe Alberts (Hindeloopen 26 december 1835 – Soerabaja 28 augustus 1888). Hij was ook gezagvoerder op de koopvaardij.
Haarlem
Albert Alberts bracht zijn eerste levensjaren in Haarlem-Noord door. Hij woonde eerst op nummer 134 aan de Kleverparkweg en daarna op de Verspronckweg 69. (Bron: Anthony P. Dekker – Het uitzicht op voleinding)
Grotere kaart weergeven
“De Kleverparkweg (1902) is genoemd naar het huis Ter Cleef, waarvan de restanten nog aanwezig zijn in de stadskweektuin. Op de afbeelding ziet u het prachtige park, omgeven door villa’s en herenhuizen. Het ontwerp is van de tuinarchitect L.A. Springer (1898). Het ademt nog steeds de sfeer van het fin de siècle. De tram op de achtergrond rijdt op de lijn Haarlem Bloemendaal, die in 1934 is opgeheven.”
(Haarlem zo was het : deel 1 / Beeldmateriaal geselecteerd en van tekst voorzien door Lenie Peetoom. – Hoogeveen : Slingenberg boekproducties)
“De Verspronckweg (1909) bevindt zich in het zogenaamde Kleverpark, de voormalige Schoterveenpolder, waar van 1882 tot 1921 een wijk werd opgezet met namen van Haarlemse schilders uit vroeger eeuwen. Rechts is een gedeelte zichtbaar van een complex herenhuizen ontworpen door architect J.J. van Noppen (1908/1909).”
(Haarlem zo was het : deel 1 / Beeldmateriaal geselecteerd en van tekst voorzien door Lenie Peetoom. – Hoogeveen : Slingenberg boekproducties)
Apeldoorn
Het gezin Alberts verhuisde in 1917 naar Apeldoorn. ‘Na enige tijd een huurhuis betrokken te hebben, liet de familie in 1920 een groot, fraai huis bouwen aan de 2e Beukenlaan. Het huis ligt aan de rand van het bos. Aan de overkant van de toen nog onverharde weg liggen de wildrijke terreinen van Paleis Het Loo.’ (Bron: Anthony P. Dekker – Het uitzicht op voleinding) Jappe Alberts kocht het perceel grond in 1919 voor ƒ3.375,- van de gemeente Apeldoorn.
‘Het gezin woonde eerst in de Tweede Beukenlaan 5 (niet meer aanwezig) en enkele jaren later op no. 19. Een groot deel van zijn jeugd en jongelingsjaren heeft Alberts in Apeldoorn doorgebracht. Hij ging er naar de lagere school en bezocht er de H.B.S. aan de Molleruslaan. In 1931 verliet hij het dorp om in Utrecht indologie te gaan studeren.’ (Bron: Jan Boers – Literaire tocht door Apeldoorn. – Zutphen : A.P. ten Bosch ; Apeldoorn : Boekhandel Nawijn & Polak, 1984. – p. 27) Hij woonde in het hoekpand Herenstraat 42 in Utrecht. “Zijn kamer, die hij huurde bij juffrouw Van Binsbergen, lag aan de achterkant van het pand met uitzicht op de daken van de huizen van de Jeruzalemsteeg. Op de begane grond van het pand was een kruidenierswinkel gevestigd.” (Bron: Jetty Krijnen-van der Sterre – De herenstraat : een oude straat met haar bewoners. – Utrecht : Stichting De Plantage, 2005. – p. 57)
Nederlands-Indië
De vier oudste kinderen zijn in de jaren dertig van de vorige eeuw naar Nederlands-Indië vertrokken. Albert Alberts was van november 1939 tot maart 1942 werkzaam als adjunct-controleur op het eiland Madoera (bij Java).
(Klik op de kaart voor een groter formaat)
Tijdens de oorlogsjaren in Nederlands-Indië werden Wiebe en Albert door de Japanners geïnterneerd in Tjimahi, ongeveer tien kilometer ten noordwesten van Bandoeng.
Nederland
Moeder Jetske Alberts-de Boer ging in 1938 met haar zoon Karel in Den Haag wonen. Ook Albert – die toen naar Parijs vertrok – stond bij haar ingeschreven. Vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog is zij naar Appingedam geëvacueerd. Albert voegde zich, net als z’n zus Henriëtte, in 1946 of begin 1947 bij haar. Hij schreef daar, geïnspireerd door de groene weilanden die hij tijdens zijn wandelingen in de omgeving zag en die hem deden denken aan het alomtegenwoordig zijn van die kleur in Nederlands-Indië, zijn eerste verhaal: “Groen”. Daarna woonde hij op de Tolhuislaan 14 in Den Dolder (Bosch en Duin). In 1951 trouwde Albert met Fientje (Aaffiena Beatrix) Blijboom. Zij woonden aan de Nicolaas Witsenkade 6” in Amsterdam. Toen zij daar weg moesten omdat bierbrouwerij Heineken huizen op de kade opkocht om er een kantoorpand neer te zetten, kregen zij in 1968 een huis in Blaricum (Bergweg 4) aangeboden. Albert heeft daar tot zijn dood gewoond. Zijn vrouw verhuisde later naar Amersfoort.
De oudste broer van Albert Alberts was Wiebe. Hij zou later de voornaam van zijn vader, Jappe,als tweede naam aan de zijne toevoegen. Sinds 1951 was hij werkzaam bij de Universiteit Utrecht. Hij werd daar in 1959 wetenschappelijk hoofdambtenaar en met ingang van 1960 tevens bijzonder hoogleraar vanwege het Utrechts Universiteitsfonds in de interregionale geschiedenis, in het bijzonder van middeleeuws Oost-Nederland en West-Duitsland. Wiebe publiceerde vele historische werken onder de naam Wybe Jappe Alberts. In de periode voorafgaand aan zijn academische loopbaan was hij verbonden aan het Kina-Bureau. Daar introduceerde hij zijn broer Albert, die er directie-secretaris werd. Ook in de schrijversloopbanen van Wiebe en Albert zijn parallellen te maken. Beiden werkten mee aan de reeks “Kopstukken uit de geschiedenis” van uitgeverij Kruseman. Albert publiceerde twee artikelen in het tijdschrift Bijdragen voor de geschiedenis der Nederlanden, waarvan Wiebe redacteur en redacties-secretaris was. Zowel Wiebe als Albert schreven voor de Algemene geschiedenis der Nederlanden in twaalf delen en zij schreven inhoudelijke teksten voor fotoboeken van de fotograaf Cas Oorthuys. En alle twee bleven zij na hun pensionering voortgaan met schrijven.
Wiebe Jappe Alberts, die met zijn eerste vrouw, Constance Valette, aan de Engelanderweg in Beekbergen woonde, liet in 1950 een huis in Bosch en Duin bouwen door het architectenbureau Aalbers en De Waal, dat hij uit Nederlands-Indië kende. Het werd in 1951 opgeleverd (Biltseweg 15). In datzelfde jaar werd het huwelijk ontbonden. Begin 1952 trouwde hij met Else Agricola Pet. In de laatste jaren van zijn leven heeft hij daar met zijn zus Henriëtte en zijn broer Karel gewoond. Henriëtte is er tot haar dood in 1998 in blijven wonen. Jan Jacob Alberts was getrouwd met Oewed Zubaedah.
Wiebe Jappe Alberts
Het huis van Wiebe Jappe Alberts in Bosch en Duin
https://www.hjansen.info/haarlem.htm
A. Alberts
Afzonderlijk verschenen publicaties in DBNL
Oorspronkelijke publicaties van A. Alberts https://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=albe009
Websites over A. Alberts
WEBSITE |
---|
http://www.hjansen.info |
http://anet.be/record/isaarlh/au::55018/N |