Strauss Richard

De toondichter

Richard Strauss

Richard Strauss was een van de meest veelzijdige componisten van zijn tijd. Hij wordt vaak genoemd als de tegenpool van zijn collega Gustav Mahler, wat in veel opzichten wel klopt. Strauss heeft veel fantasierijke muziek geschreven, die opvalt door de prachtige melodieën en uitzonderlijke orkestratie. Tijdens seizoen 2019-2020 is van zijn hand de beroemde opera Die Frau ohne Schatten te zien in Nationale Opera & Ballet. 

  • Richard Strauss: 11 juni 1864 (München) – 8 september 1949 (Garmen-Partenkirchen)
  • Belangrijkste werken: SalomeElektraDer RosenkavalierTod und VerklärungEin HeldenlebenMetamorphosenVier Letzte Lieder
  • Stroming: laat-Romantiek, Modernisme
  • Gezin: getrouwd met Pauline de Ahna, 2 zoons

Strauss en de opera
Strauss’ opera’s behoren tot de grootste en moeilijkste uit het operarepertoire. Hij schreef er in totaal 18. Zijn eerste was een jeugdwerk, een eenakter geschreven in 1876. Zijn volgende twee pogingen, Guntram (1893) en Feuersnot (1901) werden niet goed ontvangen, maar met Salome (1905) brak Strauss door. Nadien voltooide hij elke paar jaar een opera.

Strauss’ stijl is hoogromantisch, hier en daar modern. In Elektra (1908) grijpt hij af en toe zelfs naar atonale middelen. Dat is bijzonder, want het atonale systeem was toen nog niet helemaal door Schönberg uitgewerkt. De instrumentatie van Strauss’ opera’s is omvangrijk en af en toe is er een bühne-orkest of een orkest op het toneel nodig naast de standaardbezetting in de orkestbak.

De sopraan was Strauss’ favoriete stemsoort. Hij was getrouwd met een sopraan en in veel van zijn opera’s zijn er extensieve hoofdrollen voor deze stem weggelegd. Niet alleen de zangpartijen zijn uitzonderlijk zwaar, ook de orkestpartijen behoren tot de moeilijkste uit het operarepertoire

Strauss’ Salome: Dans met de zeven sluiers

.De Nationale Opera presenteert Strauss’ Salome, geregisseerd door Ivo van Hove. Met Zweedse sopraan Malin Byström in de rol van Salome. Bekijk haar uitvoering van één van de meest beroemde scènes uit Salome: de Dans met de zeven sluiers. Gechoreografeerd door Wim Vandekeybus. Muziek door het Koninklijk Concertgebouw Orkest onder leiding van Daniele Gatti. http://bit.ly/YT salome
ABONNEER je op ons kanaal en bekijk al onze video’s: http://bit.ly/YoutubeNOB Meer zien? Check deze serie: BN’ers ontdekken Opera & Ballet: http://bit.ly/BNersOntdekken OPERA liefhebber? Dan vind je dit ook interessant: De mooiste operafragmenten: http://bit.ly/operaCLIPS Achter de schermen: http://bit.ly/operaBTS De Nationale Opera afspeellijst: http://bit.ly/operaPLAYLIST Gek op BALLET? Kijk verder: VLOGS door Tim en Salome: http://bit.ly/balletVLOGS De SOLISTEN van Het National Ballet: http://bit.ly/balletPRINCIPALS Achter de schermen: http://bit.ly/balletBTS NIGHT FALL 1e VR ballet: http://bit.ly/balletVR Het Nationale Ballet afspeellijst: http://bit.ly/balletPLAYLIST

De kleine Strauss
Richard Georg Strauss werd in 1864 geboren in München, als zoon van de eerste hoornist van de hofopera in München (tegenwoordig het Bayerischen Staatsorchester). Hij werd door zijn vader in de muziek onderwezen en mocht repetities van het orkest bijwonen. Strauss schreef zijn eerste composities al op zesjarige leeftijd. Vanaf zijn 8ste kreeg hij vioolles en pianoles. Van de assistent-dirigent van het Bayerischen Staatsorchester kreeg hij bovendien les in compositie en harmonieleer.

Op zijn 10de kreeg Strauss voor het eerst opera’s van Wagner te zien. Dat was bijzonder, want zijn familie was vrij conservatief wat betreft muzikale smaak. Wagner was ‘not done’ in het gezin Strauss. Desondanks wist Strauss op zijn 16de een partituur van Tristan und Isolde te bemachtigen. Vanaf dat moment was Wagners muziek een enorme inspiratiebron voor hem.

Vroege carrière en symfonische gedichten
In 1883 ging Strauss naar Berlijn om bij de beroemde dirigent Hans von Bülow te studeren. Von Bülow had enkele jaren eerder Strauss’ Serenade voor Blazers gehoord en was er zo van onder de indruk dat hij hem als assistent aannam. Twee jaar later kon Strauss het dirigeerstokje van Von Bülow overnemen. In deze periode schreef hij onder andere twee symfonieën, het Vioolconcert in d, het Eerste Hoornconcert en het symfonische gedicht Aus Italien.

Met Aus Italien kreeg hij de smaak van het symfonisch gedicht te pakken. In drie jaar tijd schreef hij er vier. Tussen 1895 en 1898 volgden er nog vier, met Ein Heldenleben als hoogtepunt. Sinfonia Domestica en Ein Alpensinfonie werden geschreven in 1903 en 1915, en zijn de grootste en moeilijkste van allemaal. De eerste symfonische gedichten zijn geïnspireerd door de bijdragen van Liszt en Wagner aan het genre. In die tijd maakte Strauss ook kennis met de filosofie van Schopenhauer. Van Ein Heldenleben wordt gedacht dat Strauss zelf de held van het stuk is. Strauss heeft daar altijd ontwijkend op geantwoord, maar bevestigde wel dat de compagnon in het verhaal een portret van zijn vrouw was.

Eerste opera’s en huwelijk
Nog maar 12 jaar oud waagde Strauss zijn eerste poging om een opera te schrijven. Na nog twee pogingen wist hij zich ten slotte in 1905 in het genre te handhaven na het enorme succes van Salome. In de daaropvolgende tien jaar werkte Strauss samen met de librettist Hugo von Hofmannsthal, met wie hij vijf opera’s creëerde.

In 1894 trouwde Strauss met Pauline de Ahna, een sopraan die hij had leren kennen bij de Hofopera van Weimar, waar Strauss op dat moment kapelmeester was. Hoewel Pauline een moeilijk karakter had en vaak scènes schopte, was het huwelijk erg gelukkig. Strauss schreef het beroemde lied Morgen! als huwelijksgeschenk voor haar. Pauline overleefde hem slechts acht maanden.

Der Rosenkavalier: behind the scenes – De Nationale Opera | Dutch National Opera

Strauss en Mahler
Strauss ontmoette Mahler in hetzelfde jaar als waarin hij zijn latere vrouw leerde kennen: 1889. Hoewel de twee componisten ontzettend verschilden van karakter, konden ze toch erg goed met elkaar overweg. Ze zetten zich beiden in om elkaars werken uitgevoerd te krijgen. Tijdens het naziregime probeerde Strauss Mahlers werk te blijven dirigeren.

De karakters van beide componisten waren bijna tegengesteld aan elkaar. Strauss was een gesloten, ondoorgrondelijke man, goed van vertrouwen, die zijn passies en gevoelens onder een laag flegmatiek verborg. Mahler was eveneens een gepassioneerde man, maar hij stak zijn mening niet onder stoelen of banken en was wantrouwiger van aard. Waar Mahler helemaal niets om geld en onderscheidingen gaf was Strauss juist een groot verzamelaar ervan. Hij plaagde Mahler regelmatig door uitgebreid te berekenen hoeveel geld zijn werken hem zouden opleveren.

Ook wat betreft muzikale smaak verschilden ze van elkaar. Waar Strauss groot werd met opera’s en symfonische gedichten bracht Mahler de symfonie als genre naar het hoogste niveau. Strauss schreef veel fantasierijke muziek, veelal op sprookjes en verhalen gebaseerd. Mahlers muziek was veel persoonlijker en tegelijkertijd veel wereldser, met natuurgeluiden en teksten over liefde, leven en dood.

Eerste en Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Eerste Wereldoorlog schreef Strauss nauwelijks muziek. In 1915 voltooide hij zijn meest omvangrijke symfonische gedicht Eine Alpensinfonie. Tussen 1914 en 1917 was Strauss vooral bezig met het schrijven van een nieuwe opera: Die Frau ohne Schatten. In 1918 schreef hij enkele liederencycli. Strauss hield zich niet met politiek bezig. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte hij gewoon in Berlijn. Hij speelde wel in op het patriotisme van zijn landgenoten. Op het manuscript van de eerste acte van Die Frau ohne Schatten schreef hij: “De dag van de overwinning bij Saarburg. Heil aan onze dappere troepen. Heil aan ons grote Duitse vaderland.”

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Strauss gedwongen om lid te worden van de Kulturkammer. Strauss was bepaald geen aanhanger van het nazisme en vermeed het zoveel mogelijk om de Hitlergroet te brengen. Toch werkte hij met het regime mee om zijn joodse schoondochter en kleinkind te beschermen en om de Duitse kunst en cultuur zoveel mogelijk te blijven promoten. Hij deed veel moeite om muziek van Joodse en niet-Germaanse componisten te blijven dirigeren. In 1933 werd hij door Joseph Goebbels benoemd tot hoofd van de Reichsmusikkammer. Na de onderschepping van een brief aan zijn Joodse librettist Stefan Zweig, waarin hij zijn weerzin tegen de rassenleer uitsprak, werd hij weer ontslagen.

De familie Strauss in het landhuis in Garmisch-Partenkirchen

Laatste werken en dood
Na de oorlog schreef Strauss een paar van zijn absolute meesterwerken. De Metamorphosen waar hij in 1944 aan was begonnen is een werk voor 23 solo strijkers, waarin Strauss het toppunt van zijn contrapuntische vermogens laat zien. Het werd een gedenkstuk voor de vernietiging door de oorlog, met name voor die van Strauss’ geboortestad München. Ook het Hoboconcert, het Tweede Hoornconcert en de Vier Letzte Lieder worden gezien als hoogtepunten in het omvangrijke oeuvre van Strauss. De Vier Letzte Lieder zijn letterlijk de laatste liederen die Strauss schreef en zijn tevens zijn allerlaatste werk. Ze gaan over de dood en in het laatste lied Im Abendrot citeert Strauss bij de tekst ‘is dies etwa wie der Tod?’ zijn vroege werk Tod und Verklärung. Op zijn sterfbed zei hij tegen zijn schoondochter Alice: “Sterven is precies zoals ik het in Tod und Verklärung beschreven heb”. Strauss werd 85 jaar. Hij stierf in zijn landhuis in Garmisch-Partenkirchen. https://www.operaballet.nl/nl/nl/opera/componisten/richard-strauss

Over Richard Strauss
  • Richard Strauss (Duitsland, 1864-1949)
  • Beroemde stukken: Also sprach Zarathustra (1896), Der Rosenkavalier (1910), Vier letzte Lieder (1948)
  • Stroming: laat-romantiek
  • Favoriet stemtype: sopraan
  • Hobby: Het kaartspel skat. Strauss verdiende er flink mee bij en verwerkte het spel in zijn opera Intermezzo
  • Opvallend: de grillige sopraan Pauline de Ahna was Strauss’ absolute muze. Een luidruchtige, door een heel orkest afgeluisterde ruzie in een kleedkamer ging naadloos over in een verloving.

Over Richard Strauss

Naar eigen zeggen schreef Richard Strauss muziek ‘zoals een koe melk produceert’. Deze zoon van een hoornist zette zijn eerste noten op papier toen hij zes was. Aanvankelijk speelde hij viool. Echt tot bloei kwam hij echter als assistent van de legendarische dirigent Hans von Bülow. In de jaren erna groeide zijn roem als componist en dirigent, carrières die uitstekend te verenigen bleken te zijn, en elkaar inhoudelijk versterkten. Als geen ander verdiepte Strauss zich in het orkest, tot het laatste, kleinste instrument. In klankkleur poogde hij verhalen te vatten. Hij wilde de luisteraar, bij wijze van spreken, in muziek kunnen laten begrijpen ‘dat ik mijn vork en lepel oppak en aan de andere kant van het bord weer neerleg’.

Nog altijd zijn vrienden en vijanden het er niet over eens welke werken de échte Richard Strauss laten horen. De donkere, fatalistische stukken van rond de eeuwwisseling, zoals Elektra en Salomé? Of de komische opera Der Rosenkavalier, die hem rijk maakte? Een feit is dat hij, als componist, dirigent én mens, zowel geïnteresseerd was in het intellectuele als in het lichte. Dat liet hij ook zien als leider van de Weense opera, die hij wilde ontdoen van haar museumstatus. Van Rusland tot Brazilië bracht hij gevarieerde muziekprogramma’s die in het hier en nu stonden.

Dat bleef hij doen tijdens het Hitler-regime. Strauss hield zich weinig bezig met politiek en distantieerde zich niet van het nazisme. Nadien zou die houding hem verweten blijven worden. Misschien is het mede daardoor dat zijn late composities introspectiever zijn, intens beladen, vaak met de dood als thema. Die dood vond Strauss uiteindelijk thuis, met zijn gezin naast hem, en was ‘precies zoals Wagner hem heeft gecomponeerd.’ https://www.concertgebouw.nl/strauss

Richard Strauss “Eine Alpensinfonie” Film von Helmut Fackler

Strauss’s An Alpine Symphony was completed in 1915, eleven years after the completion of its immediate predecessor in the genre of the tone poem, Symphonia Domestica. In 1911, Strauss wrote that he was “torturing [himself] with a symphony – a job that, when all’s said and done, amuses me even less than chasing cockroaches”.
One point of influence comes from Strauss’s love of nature. As a boy, Strauss experienced an Alpine adventure similar to the one described in his An Alpine Symphony: he and a group of climbers lost their way heading up a mountain and were caught in a storm and soaked on the way down. Strauss loved the mountains so much that in 1908 he built a home in Garmisch-Partenkirchen, Bavaria, that boasted stunning views of the Alps. This interest in nature can also point to Strauss’s followings of the philosopher Friedrich Nietzsche.
The original drafts of An Alpine Symphony began in 1899. It was to be written in memory of the Swiss painter, Karl Stauffer-Bern, and the work was originally titled Künstlertragödie (Tragedy of an Artist). This fell by the wayside, but Strauss began a new four-movement work called Die Alpen (The Alps) in which he used parts of the original 1899 draft. The first movement of Die Alpen evolved into the core of An Alpine Symphony. Sketches were made, but Strauss eventually left the work unfinished.
Years later, upon the death of his good friend Gustav Mahler in 1911, Strauss decided to revisit the work. In his journal the day after he learned of Mahler’s death, Strauss wrote:

Strauss – Metamorphosen für 23 Solostreicher (1945) – Karajan
Ein Heldenleben, Op. 40, TrV 190: Des Helden Walstatt · Zubin Mehta · Berliner Philharmoniker · Daniel Stabrawa · Richard Strauss Zubin Mehta Conducts Richard Strauss ℗ 1995 Sony Music Entertainment
Philipp Hirshhorn Richard Strauss Sonata for Violin & Piano
R. Strauss “Ein Heldenleben” Willem Mengelberg 1928

Ein Heldenleben (A Hero’s Life) tone poem op 40 by Richard Strauss 1. Der Held (The Hero) 2. Des Helden Widersacher (The Hero’s Adversaries) 3. Des Helden Gefährtin (The Hero`s female Companion) 4. Des Helden Walstatt (The Hero’s Battlefield) 5. Des Helden Friedenswerke (The Hero’s Works of Peace) 6. Des helden Weltflucht und Vollendung (The Hero’s Retreat from the World and Consummation) Scipione Guidi, Solo-Violin New York Philharmonic Orchestra Willem Mengelberg, Conductor New York, Carnegie Hall, 11.-13.XII.1928

Richard Strauss, Romanze in Es-Dur für Klarinette und Orchester o.op.61 (für Klarinettenensemble)

Richard Strauss komponierte diese wunderbare Romanze 1879 im Alter von nur 15 Jahren zum Abschluss des Gymnasiums!!! Es war sein erstes Werk für einen Bläsersolisten und großes Orchester und wird, abgesehen vom Duett Concertino für Klarinette und Fagott aus dem Jahr 1947 (o.op. 147), sein einziges Werk für eine solistische Klarinette bleiben. Zwischen beiden Werken liegt ein ganzes Künstlerleben und deren Unterschiedlichkeit könnte nicht größer sein. Ich hätte diese wunderbare Romanze im November 2020 im Rahmen einer Mozartkonzerttournee mit der Klassischen Philharmonie Bonn gerne als Zugabe gespielt. Leider fiel diese aufgrund der Coronapandemie aus und so kam mir die Idee, eine Fassung für Klarinettenensemble (Klarinettenquartett plus Solostimme) zu arrangieren. Das Ergebnis könnt ihr in diesem Video hören und sehen. Als Hintergrundbild habe ich ein Foto des Konzerthauses in Berlin verwendet, wo ich dieses Stück u.a. aufgeführt hätte. Die Landschaftsfotos und Videos stammen aus einer der schönsten Gegenden Österreichs, dem Kaisergebirge in Tirol. Diese Landschaft liegt im Übrigen gar nicht so weit entfernt von der Heimat Strauss` in Garmisch Partenkirchen. Jedem Fan von Richard Strauss sei an dieser Stelle empfohlen, einmal das Richard-Strauss-Institut zu besuchen. Die Noten, sowie eine “Minus One Version” stelle ich in Kürze auf meiner Homepage zur Verfügung. Ich hoffe, dass dieses Stück, wenn auch in veränderter Form, in Zukunft häufiger gespielt werden kann. Denn das lohnt sich für den Interpreten genauso, wie für den Zuhörer!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *